researchED Nederland
Professionaliseringskit
Hanteer een stap-voor-stap-strategie waarbij je pas een volgende stap zet, als de eerdere stap is bevallen en een routine is geworden voor zowel jou als de leerlingen.
De materialen in de professionaliseringskit kunnen je ondersteunen bij het verbeteren van je lespraktijk aan de hand van de researchED-sessies.
De professionaliseringskit bevat alle formulieren met goed uitgewerkte voorbeelden. De formulieren hieronder kun je downloaden en zelf (digitaal) invullen.
Scrol verder om de lege formulieren te downloaden
Formulieren
Hier vind je alle “lege” formulieren, je kunt ze uitprinten of digitaal invullen.
Cornell Notes vormen een krachtig hulpmiddel om te leren. Het concept is heel eenvoudig: je maakt aantekeningen; noteert vragen/opmerkingen en schrijft een korte samenvatting. Het is de overzichtelijke structuur en het gegeven dat je jezelf dwingt om vragen en een samenvatting te formuleren waardoor het leren meer diepgang krijgt en de stof beter wordt onthouden. Veel leraren leren hun leerlingen om met Cornell Notes te werken.
Het planningsformulier helpt je om over je keuzes na te denken en een planning te maken. Probeer je leerdoel zo precies mogelijk te beschrijven en neem de tijd om je een nieuwe werkwijze eigen te maken.
Een belangrijke vraag om te beantwoorden is wat je leerlingen precies gaan merken van je plan. Merken ze bijvoorbeeld dat ze beter moeten opletten of dat de leerstof vaker herhaald wordt? Merken ze dat ze vaker moeten nadenken over een stuk tekst?
Zorg voor focus in je voorbereiding; laat de dingen die in al je lessen automatisch gebeuren weg uit je schriftelijke voorbereiding zodat het duidelijk is wat je leerdoel is.
Denk erom dat het leerdoel jouw leerdoel is, niet dat van de leerlingen. Waar het hier om gaat, is dat je nadenkt over wat deze les voor jou tot een succes maakt: wat wil je zien gebeuren? Welke gevolgen van jouw acties wil je bij de leerlingen zien?
Vraag een collega om een observatie van niet meer dan een kwartier aan het begin, het middendeel of aan het einde van een les te doen.
Voor de collega is het belangrijk om specifiek te zijn: ‘wat een geweldige les’, voldoet niet. In plaats daarvan: ‘Toen je aan willekeurige leerlingen vragen over de tekst stelde, zag ik een aantal leerlingen terugkijken in de tekst. Daaraan zag ik dat je aanpak werkte’. ‘Je liet Mo niet wegkomen met ‘ik weet het niet’ door te vragen ‘wat denk je dat het is?’.
Als je een nieuwe techniek of aanpak hebt uitgeprobeerd, dan kun je een lesevaluatieformulier invullen. Hier noteer je de antwoorden op een paar eenvoudige vragen: Wat wilde ik uitproberen? Wat ging er goed? Wat kan beter? Waar ben ik onzeker over en waar wil ik meer van weten?
Tijdens en na de intervisie kun je een intervisieverslag maken. Leg wat je mee wilt nemen uit de intervisie vast in het intervisieverslag en gebruik dit om je actieplanning te actualiseren. Welke inspirerende tips, oplossingen en ideeën wil je gaan gebruiken in de volgende periode? In hoeverre moet je je hoofddoel bijstellen? Welke nieuwe acties vloeien hieruit voort? Zo ontstaat een nieuwe actieplanning voor de komende periode. Gebruik hiervoor weer het planningsformulier.
Professionaliseren kost tijd. Nieuwe praktijken kunnen slechts stap voor stap geïntroduceerd worden. Je hebt tijd nodig om nieuw gedrag in de klas vanzelfsprekend te laten worden, zodat het ‘vanzelf’ gaat. Een goede jaarplanning deelt het schooljaar in twee of drie perioden op. Elke periode begint met een startbijeenkomst waar de gezamenlijke en de individuele leerdoelen en actieplanning wordt opgesteld. Na ongeveer zes weken kan er een intervisiebijeenkomst worden afgesproken en na weer zes weken een slotbijeenkomst. Daarna kan er weer een sequentie van drie bijeenkomsten worden afgesproken.
Het is aan te bevelen om een agenda te hanteren voor de bijeenkomsten. Het voordeel hiervan is dat er een heldere structuur is en dat er geen dingen worden overgeslagen. Na een paar bijeenkomsten verandert de agenda in een vaste gewoonte waardoor de verwachtingen duidelijk zijn en de bijeenkomst een natuurlijk verloop krijgt.
Als de leerdoelen en de succescriteria zijn behaald en de werkmethode/aanpak geschikt is voor bredere toepassing in de school dan kan er een kwaliteitskaart worden opgesteld.
Een kwaliteitskaart is een manier om effectieve aanpakken met elkaar te delen.
Om het toegankelijk te houden raden we aan om de kaarten op een eenvoudige manier te nummeren. Dit kan per vak/kennisdomein; bijvoorbeeld: 1. Lezen; 1.1. Technisch lezen.
Of 1. Algemene Didactiek; 1.1. Formatief Handelen. 2. Nederlandse taal- en letterkunde 2.1. Begrijpend Lezen.