
Leeg Papier
Jan Tishauser, Voorzitter researchED Nederland.
Aanstaande zaterdag, 29 maart 2025, vindt het tiende researchED-congres in Nederland plaats, en terwijl ik nadenk over wat ik daarover zal schrijven, staart het lege papier naar mij.
Aristoteles’ concept van het lege papier of het onbeschreven blad, in het Latijn de ‘tabula rasa’ werd in 1689 door John Locke in een pedagogische context geplaatst in zijn artikel ‘An Essay Concerning Human Understanding’[1]. Hij stelde dat de menselijke geest bij de geboorte leeg is, als een onbeschreven blad, zonder aangeboren kennis of ideeën.
Ons denken over onderwijs en opvoeding is gedurende lange tijd beïnvloed geweest door deze, helaas foutieve, aanname. Enerzijds leidde het tot een vals idee van maakbaarheid, anderzijds heeft het geleid tot een grove onderschatting van de aangeboren kennis van jonge kinderen, waardoor we onbedoeld met te lage verwachtingen aan de slag gingen. Met andere woorden: John Locke stond aan de basis van een van de eerste schadelijke onderwijsmythes.
Drieënzeventig jaar later publiceerde Jean-Jacques Rousseau zijn Émile, ou De l’education[2], waarmee de tweede schadelijke onderwijsmythe de wereld in werd geholpen. Het idee dat kinderen, mits zij aan een zorgvuldig geconstrueerde omgeving worden blootgesteld, vanzelf tot leren komen. Deze gedachte ligt aan de basis van de constructivistische pedagogie, die we nog steeds terugzien in onderwijsconcepten zoals de Agora scholen. Rousseau introduceerde ook het idee van de leeftijd-specifieke ontwikkelingsfase, waar Jean Piaget later op voortborduurde, waarmee een hele generatie leraren op het verkeerde been werd gezet.
Dit brengt mij bij ons tiende onderwijscongres van aanstaande zaterdag. Op ons congres willen we een ander verhaal vertellen. Een verhaal waarin plaats is voor twijfel en onbeantwoorde vragen.
Kortgeleden vroeg Pedro De Bruyckere aan een zaal vol leraren op welke leeftijd een baby weet dat de uitkomst van 5+5 ongeveer tien hoort te zijn. Stanislas Dehaene[3] ontdekte dat zuigelingen van 5 maanden dit al weten. U kunt zich de verbazing van de aanwezigen voorstellen. Stanislas Dehaene toonde aan dat we al bij onze geboorte beschikken over een intuïtief getalbegrip. Heeft u ook in uw opleiding geleerd dat getalbegrip iets is dat u moet aanleren? Waarschijnlijk een verspilling van onderwijstijd; maar hoe moeten we dan ons aanvankelijk rekenonderwijs inrichten? Op zo’n moment slaat de twijfel toe. Wij houden daar niet van, want met de twijfel doet ook de onzekerheid zijn intrede.
We hebben elkaar nodig om met onze onzekerheid, onze vragen, ons zoeken naar antwoorden om te gaan. Kennis die alleen gebaseerd is op meten, maar voorbijgaat aan de relatie is niet goed bruikbaar[4]. Uiteindelijk is dit de werkelijkheid waar we in de klas dagelijks mee te maken hebben: kennis zonder relatie zal niet landen.
Het vereist lef om vraagtekens te zetten bij alles wat je meent te weten. We zijn geen ongeschreven blad bij de geboorte en zeker niet als volwassen professional, maar ik hoop dat we aanstaande zaterdag de moed vinden om onze vooronderstellingen; onze zekerheden los te laten, om met een open blik naar elkaar te kijken, te luisteren en met elkaar in gesprek te gaan.
Ik wens iedereen die morgen naar Nijkerk afreist een onvergetelijke dag toe.
[1] Locke, J. (1689/1975). An essay concerning human understanding. P. H. Nidditch (Ed.). Oxford University Press.
[2] Rousseau, J.-J. (1762/1979). Emile: or, On education. (A. Bloom, Trans.). Basic Books. (Origineel werk gepubliceerd in 1762)
[3] Dehaene, S. (1997). “The Number Sense: How the Mind Creates Mathematics.” Oxford University Press.
[4] Dr. Leroy Little Bear: Combining ways of knowing that include both measurement and relationship has the ability to open up a larger window for human perception of reality.