James Herriott schreef een serie populaire boeken over zijn belevenissen als dierenarts in een klein stadje in Yorkshire. In het eerste deel beschrijft hij hoe hij werd opgeleid tot dierenarts aan de  Universiteit van Edinburgh in de jaren dertig. Op een dag liep hij na een college naar buiten en zag een paard met een doorgezakte rug voor een kar staan. Hij was trots op zijn nieuw verworven kennis en wilde het gelijk in de praktijk toepassen door het paard grondig te onderzoeken. Hij vond alle spiergroepen, constateerde een aantal oude blessures en dacht na over zijn adviezen als hij de dierenarts van het paard zou zijn. Midden in zijn optimistische dagdromerij draaide het paard onverwacht naar hem toe, greep hem bij zijn schouder en trok hem een halve meter omhoog. Herriott zwaaide volkomen hulpeloos in het rond terwijl hij zich vergeefs probeerde te bevrijden uit de greep van het paard. Terwijl hij doodsangsten uitstond, verzamelde zich een menigte om het tafereel. Uiteindelijk kwam de eigenaar van het paard toegesneld die eerst Herriott uitfoeterde voor de spanning die hij bij zijn paard had veroorzaakt; vervolgens was een kleine aanwijzing voldoende om Herriott uit zijn benarde positie te bevrijden.

James Herriott leerde die dag een belangrijke les. Er is een groot verschil tussen iets weten en weten hoe iets te doen. Herriott wist alles over de anatomie en de functies van het paard, maar deze kennis was nutteloos als hij niet met paarden kon omgaan.

Ik moest laatst aan dit verhaal denken toen ik een artikel in ‘Education Week’ las, geschreven door mijn vriend Ulirich Boser: ‘Wat leraren weten over cognitieve psychologie‘. Het punt dat Boser in het artikel wilde maken was dat veel leraren opvattingen hebben die allang weerlegd zijn, zoals het idee dat je leerlingen kunt indelen in ‘linker hersenhelft’ (goed in wiskunde) en ‘rechter hersenhelft’ (goed in de creatieve vakken) leerlingen. Het artikel werd geschreven naar aanleiding van een onderzoek over dit soort breed gedeelde misvattingen onder 200 leraren.

Voor diegenen die een behoefte voelen om zich op te winden, bood het rapport ruim voldoende aanleiding daartoe. 77% van de ondervraagde leraren geloofde in het bestaan van rechter- en linkerbrein mensen die op een verschillende manier leren. Ronduit verbijsterend is het percentage van 97% van de ondervraagde leraren die menen dat leerlingen kunnen worden ingedeeld al naar gelang van hun leerstijlen (bv. auditief, visueel en kinetisch), een opvatting die al tientallen jaren geleden is weerlegd.

Deze misvattingen genereren op hun beurt een behoorlijk aantal activiteiten met als doel ze te weerleggen. Op veel universiteiten is het inmiddels mogelijk om een hele leergang te volgen over ‘neuromythes’.

Ik vraag me af of het voor leraren veel uitmaakt of ze in leerstijlen of rechter-/linkerhersenhelft geloven. Elke leraar is zich ervan bewust dat leerlingen op verschillende manieren leren; dat zij sterke en minder sterke eigenschappen hebben als het om leren gaat. Zolang leraren er maar van overtuigd zijn dat deze verschillen de leerling op geen enkele manier beperken in zijn vermogen om te leren, wat maakt het dan uit of een leraar in leerstijlen of rechter-/linkerhersenhelft gelooft? Wat kan het ons schelen dat een leraar in leerstijlen gelooft, zolang hij maar geen pogingen doet om zijn instructie aan te passen aan de veronderstelde leerstijl van de leerling. Of je nu wel of niet in leerstijlen gelooft, alle leerlingen hebben er baat bij als je bij je instructie gebruik maakt van visuele, auditieve en tactiele hulpmiddelen.

Stel je eens voor dat elke leraar iedere neuromythe afzweert en leert hoe het brein echt werkt. De waarheid onder ogen zien is altijd waardevol, maar zouden hun leerlingen echt meer leren?

Waar het om gaat is wat leraren doen. Geef mij maar een leraar die weet hoe hij de stof boeiend en begrijpelijk kan overbrengen; een leraar die weet hoe hij een divers samengestelde groep op zo’n manier kan aansturen dat zijn leerlingen leergierig worden; een leraar die hen motiveert en productief maakt en hen in staat stelt om effectief samen te werken; een leraar die de leerlingen laat zien hoe nieuwsgierigheid, vriendelijkheid en flexibiliteit eruit zien; die fouten waardeert en gebruikt om van te leren; die leerlingen in zichzelf en in hun mogelijkheden laat geloven, wat hun achtergrond ook moge zijn.

Als een leraar dit alles kan, maakt het ons dan wat uit of hij in leerstijlen gelooft? De ideale leraar heeft eigenschappen die we kunnen overbrengen op andere leraren; die we kunnen oefenen, afkijken en leren toepassen. Gelet op de beperkte middelen die beschikbaar zijn voor de professionalisering en het coachen van leraren, is het maar de vraag of we ons druk moeten maken over de woorden die leraren gebruiken om de verschillen tussen leerlingen te beschrijven. Samen met leraren werken aan het toepassen van bewezen didactische benaderingen om hun lessen effectiever te maken, lijkt mij een betere aanpak.

Wat James Herriott leerde van het bungelen aan de kaken van een brouwerspaard was dat hij het zeer op prijs had gesteld als hij naast alle wetenschappelijke colleges ook had geleerd hoe je met paarden om moet gaan. Kinderen zijn makkelijker in de omgang dan paarden, maar om succesvol met hen te werken, moeten leraren weten hoe ze een effectieve leeromgeving kunnen inrichten en hoe ze met positieve resultaten kunnen inspelen op het gedrag van kinderen. Dit leren vergt voortdurende, excellente professionele ontwikkeling en oefening gedurende de hele loopbaan.

Ik vraag me af of we eigenlijk wel tijd moeten steken in (het rechtzetten van) neuromythes.

Referentie

Boser, U. (2019). What do teachers know about the science of learning? Retrieved September 9, 2019 from https://www.the-learning-agency.com/insights/what-do-teachers-know-about-the-science-of-learning


Het oorspronkelijke blog van Robert Slavin is hier te vinden: bit.ly/edmyths123

 

Image credits:

“Draft horse at Jamieson Park Scarborough-2=” by Sheba_Also 43,000 photos is licensed under CC BY-SA 2.0 

Picture by Henry Walter, 1822 via Wellcome Library [CC BY 4.0 https://creativecommons.org/licenses/by/4.0)]