Omschrijving
De basisregels van de Nederlandse spelling, waaronder de verenkelingsregel en verdubbelingsregel, zijn tamelijk overzichtelijk. Maar er zijn zoveel andere uitdagingen die lerende spellers het hoofd moeten bieden. Welke ij schrijf ik? Moet er wel of geen w achter de ou? Waarom is ‘misschien’ zo lastig te spellen? En dan hebben we het nog niet eens over werkwoorden en leenwoorden. In deze presentatie gaat Sebastián Aravena in op dit soort complexere spellinguitdagingen en op wat wetenschappelijk onderzoek zegt over hoe je jouw leerlingen hier het beste bij kunt helpen.
Spelling krijgt altijd zoveel meer aandacht dan lezen. Als je googelt op ‘lezen’ krijg je dubbel zoveel zoekresultaten als op ‘spellen’ en ‘schrijven’ bij elkaar en een rondje langs de wetenschappelijke zoekmachines leert dat 94% van de studies naar schriftelijke taalverwerving over lezen gaat. Hoog tijd dus om ook de spellingvaardigheid eens in de schijnwerpers te zetten.