Emeritus hoogleraar Neuropsychologie, auteur
Vrije Universiteit Amsterdam

Jelle Jolles

Jelle Jolles is publicist en emeritus hoogleraar Neuropsychologie. Als specialist op gebied van leren, ontplooiing en het brein is hij een actief pleitbezorger voor een uitwisseling tussen wetenschap en het domein van onderwijs, opvoeding en ontplooiing. Hij was vele jaren werkzaam in de onderwijsinnovatie en is auteur van de bestsellers Het Tienerbrein (2016) en van Leer je kind kennen. Over ontplooiing, leren, denken en het brein (2020).

Andere werken als auteur: https://www.jellejolles.nl/kennisarchief/boeken/

Expertise: Leren en ontplooiing, neuropsychologie

Sessiearchief

Omschrijving

Veel onderwijsprofessionals klagen over het ‘lastige gedrag’ en de matige prestaties en studiemotivatie van de leerling. Jongeren zijn kwetsbaar en ervaren een grote psychische druk van de studie. Zij zijn nog ‘werk in uitvoering’, en hebben onvoldoende kennis en ervaringen kunnen opdoen om onze complexe wereld te kunnen begrijpen. In deze presentatie ga ik in op ‘het sociale brein van de tiener’ dat zich nog ontwikkelt tot ruim na het 20e jaar en – letterlijk – hongert naar prikkels. Ik beschrijf waarom de school ook ‘een sociale leeromgeving’ is waarin het schools presteren én de leermotivatie baat hebben bij actieve feedback en ‘steun, sturing en inspiratie’ van de onderwijsprofessional. Daarbij ga ik in op neuropsychologische vaardigheden zoals zelfinzicht en zelfregulatie, op planning en het overzien van consequenties, op het omgaan met de opinies van anderen en met de intenties van leraar en school en om het leren denken en redeneren. Daarbij geef ik concrete handvatten voor de onderwijspraktijk.

Omschrijving

Goed kunnen lezen is essentieel voor het functioneren in onze samenleving. Lezen stelt je in staat om kennis en inzichten op te doen over het verleden, over gebeurtenissen in landen ver weg, en over mensen met een andere achtergrond. Door te lezen leer je je inleven in anderen; je krijgt empathie en je traint jezelf in denken en reflecteren. Lezen is dan ook uiterst belangrijk voor de ontwikkeling en ontplooiing van jongeren en voor hun persoonlijke groei. Boeken zijn brandstof voor het brein want de hersenen hongeren naar informatie. En lezen ontwikkelt de taalvaardigheid, én het denken en redeneren. Het geeft kennis en inzichten, ontwikkelt het zelfinzicht en leert over de ander en over mogelijke consequenties. Het geeft inzicht in normen, regels en gebruiken en ondersteunt de identiteitsontwikkeling.
Onze kennis over de neuropsychologische ontwikkeling onderbouwt wat ik hier heb gesteld. Dat bespreek ik in mijn presentatie: mét handvatten voor het onderwijs aan kind en adolescent.

Omschrijving

De onderwijsprestaties van jongens zijn de afgelopen jaren afgenomen in vergelijking tot die van meisjes. Dat is een reden voor grote zorg. Deze verschillen kunnen samenhangen met de ontwikkeling van neuropsychologische vaardigheden. Die verloopt bij jongens en meisjes volgens een iets ander tijdspad. Dat heeft directe betekenis voor de aanpak van jongens en meisjes in de klas, en daarover gaat het in deze presentatie. Er wordt gepleit voor een differentiële aanpak voor jongens en meisjes. Daarbij wordt gerichte aandacht gegeven aan functies die voor het leren-te-leren belangrijk zijn: nieuwsgierigheid & ondernemend-zijn, zelfinzicht & zelfregulatie, talige functies & empathie, en denkcreativiteit. Dergelijke vaardigheden hebben relatie tot de z.g. ‘executieve functies’. Stelling is dat jongens van meisjes kunnen leren en andersom. In de presentatie worden voorbeelden gegeven van wat eea kan betekenen voor de aanpak in de schoolse praktijk en op ontplooiing van jongens EN meisjes.

Omschrijving

De executieve functies ontwikkelen zich over de lange periode vanaf de vroege kindertijd tot ver na het twintigste jaar. De executieve functies zorgen dat we kunnen plannen en prioriteren, dat we begrijpen ‘oh, gaat de leerstof hierover?’, dat onze leerling zijn impulsen kan remmen, en dat hij niet alleen maar gericht is op wat er in het hier-en-nu gebeurt. Bijzonder belangrijk is dat de executieve functies zich niet ‘zomaar vanzelf’ ontwikkelen, ook al hangen ze sterk samen met het functioneren van netwerken in de hersenen. Nee: het is juist de gerichte input uit de omgeving (leraar, coach, ouder, mentor) die de vaardigheid van kind en tiener ontwikkelt. Daarom is gerichte sturing en inspiratie (’training’) van de leraar nodig. In deze presentatie komen de tien belangrijkste executieve functies aan de orde. Maar ook onze lessenseries rond ‘Leer de tiener kennen’ en ‘Breinlessen’ die wij hebben ontwikkeld en hun gebruik in de schoolse praktijk.

Opname

Omschrijving

De tiener is ‘werk in uitvoering’ in zijn persoonlijke groei maar ook in zijn hersenontwikkeling. Het brein is belangrijk voor het functioneren van de tiener. Maar het zijn prikkels uit de omgeving die bepalen hoe en in welke richting de tiener zich ontwikkelt. Daarin speelt de leraar een centrale rol. Hij is de motor van de talentontwikkeling. Toegepast wetenschappelijk onderzoek suggereert dat de leerling/tiener actief moet worden gestimuleerd en geïnspireerd. De leerling verwerft dankzij de leraar neuropsychologische vaardigheden die essentieel zijn voor zijn schools functioneren, leerprestaties en studiemotivatie. Het gaat om de z.g. executieve functies. Deze berusten op de functionele rijping van bepaalde netwerken in de hersenen. Maar dit proces wordt in gang gezet en onderhouden door leraar en opvoeder. In deze presentatie worden handvaten aangereikt voor de onderwijspraktijk met een nadruk op de manier waarop zelfinzicht, planningsvaardigheid en andere executieve functies kunnen worden ontwikkeld. Daarin wordt een onderscheid wordt gemaakt tussen jong-, midden- en laat-adolescenten.

Omschrijving

Samenvatting: Kind en tiener moeten worden beschouwd als ‘werk in uitvoering’. Hun schools presteren en leermotivatie worden sterk bepaald door hun persoonlijke ontwikkeling en de aard van de steun, sturing en inspiratie die ze hebben genoten. Leerkracht en ouders zijn daarvoor essentieel. Maar ook biopsychologische factoren blijken erg belangrijk te zijn. Prikkels uit de omgeving hebben een sturende rol in de neuropsychologische ontwikkeling: ‘Context shapes the brain’. Dit uit zich in de ontwikkeling van vaardigheden, beleving en gedrag van de leerling. En de rijping van hersenstructuren kan worden versneld maar ook vertraagd door de leef- en leeromgeving. Goede slaap & voeding maar ook afwezigheid van langdurige stress zijn nodig voor een goede ontwikkeling en voor de ontplooiing als persoon. Het onderwijs kan veel doen om de faciliteiten te scheppen waarbinnen deze ontplooiing – en daarmee: de talentontwikkeling – optimaal verloopt. Voor de tiener zijn de non-cognitieve functies belangrijk; behalve zelfinzicht en zelf-regulatie zijn ook aandacht en (omgaan met) impulsiviteit, motivatie en nieuwsgierigheid, empathie, kiezen/beslissen centraal.

School c.q. de leerkracht kunnen veel doen om de ontwikkeling van deze functies te faciliteren. In deze presentatie wordt hierop ingegaan. Mogelijk relevante methoden, attitudes en aanpak worden besproken en bediscuteerd.

Downloads

Ga naar de bovenkant