Geschreven door Gert Verbrugghen. Het origineel blog vind u bij bestED4children


Na de reacties op de eerste blogpost, kon ik het bijna niet meer maken om geen vervolg meer te schrijven. Ik ben dan ook heel dankbaar dat ik het mag schrijven, wetende dat het ook echt gelezen wordt.

Het betekent dus ook dat ik even een kleine opmerking tussendoor moet maken. We werken evidence-informed en ik kan je met mijn hand op het hart zeggen dat ik de voorbije jaren héél veel heb gelezen, lezingen heb gevolgd, heb gediscussieerd met anderen, etc… Ik kan echter niet bij elke bewering een bronvermelding plaatsen, want dan wordt bloggen mijn hoofdtaak en ik geef nog steeds fulltime les. Je mag uiteraard altijd een reactie achterlaten met de vraag naar aanbevolen literatuur, daar help ik je graag mee verder.

In de eerste post heb ik verteld over onze vier speerpunten (weet je ze nog? Even retrieval practice he). Eén daarvan was de cultuur op school. Dat gaat over veel meer dan gedrag alleen. Het gaat over het neerzetten van een cultuur waarin iemand die hard werkt, niet bekeken wordt als de nerd van de klas. Een cultuur waarin het niet de norm is om je huiswerk niet te maken, maar om het altijd in orde te hebben. Het gaat om de lat hoog leggen wat betreft werk en excellent werk, doorzettingsvermogen, voorbeeldgedrag belonen en in de kijker te zetten, zonder daar anderen mee tekort te doen.

Wat te veel collega’s niet beseffen, is dat zij de norm en dus de cultuur bepalen, niet de leerlingen. Dat doe je uiteraard niet van de ene dag op de andere, na een goede vergadering met nieuwe afspraken. (Herkennen jullie dit? … ik heb die zó vaak gehad! )

Bij het neerzetten van een cultuur is het cruciaal dat je hoge verwachtingen hebt. Bestuursleden moeten hoge verwachtingen hebben van hun teamleiders, teamleiders moeten hoge verwachtingen hebben van hun docenten en docenten moeten hoge verwachtingen hebben van hun leerlingen. Die hoge verwachtingen moeten zich ook situeren op het juiste vlak. Als bestuursleden verwachten dat hun teamleiders alles op het vlak van administratie piekfijn in orde hebben, maar niet dat ze hun docententeam optimaal laten lesgeven, dan heb je hoge verwachtingen op het verkeerde vlak. Als teamleiders verwachten dat hun docenten alle cijfers netjes hebben ingevoerd, de klas rustig houden en Magister verder goed bijhouden, dan heb je hoge verwachtingen op het verkeerde vlak. Als je als docent verwacht dat een leerling zich vooral rustig gedraagt, gewoon zijn huiswerk maakt en goede cijfers haalt, dan heb je simpelweg geen hoge verwachtingen.

Een concreet voorbeeld: In mijn beginjaren kreeg ik vaak hele goede beoordelingen. De leerlingen waren namelijk rustig in mijn les! Nu, zoveel jaren later besef ik dat ik toen helemaal geen goede docent was. Ja, ik kon goed omgaan met leerlingen en een band met hen opbouwen, maar ik ging de methode door om de stof te behandelen, dacht niet na bij mijn didactische keuzes (want die maakte de methode al voor me), gebruikte geen effectieve leerstrategieën en een jaar na mijn lessen, waren de meeste leerlingen weer het meeste vergeten. Ben je dan een goede docent? Sorry, nee, wanneer je jezelf hierin herkent: Er is nog werk aan de winkel. Ben ik nu al een goede docent? Ik ben beter, maar hoe meer je leert over lesgeven, hoe meer je beseft dat je eigenlijk niks weet.

De manier waarop we op onze school de cultuur neerzetten wat betreft excellent werk en hoge verwachtingen w.b. de lessen, is stof voor een ander blog, anders wordt het onoverzichtelijk.

In dit blog ga ik in op het gedrag op school. Ik was eerst van plan om gewoon meteen uit te leggen hoe we dit in de praktijk doen, maar ik kies er voor om dit op te splitsen in een paar blogjes. Het worden anders lange lappen tekst en daar zit niemand op te wachten (aangezien de leesvaardigheid in Nederland is gekelderd, pak ik dit ook voorzichtig aan 😉 ).

In dit deel wil ik eerst uitleggen wáárom we zo sterk inzetten op gedrag, structuur en routines. Zonder te weten waarom, kun je de praktische kant wellicht moeilijker plaatsen en motiveren naar anderen toe. Soms wordt het namelijk geïnterpreteerd alsof we dit doen om het onszelf lekker makkelijk te maken. Wanneer je dat denkt, zit je er flink naast. Het is namelijk niet zo eenvoudig en een rustige groep vraagt om hele goede lessen. Je komt er echt niet mee weg door hen elke les “zelfstandig paragraaf 1+2 en oefeningen” door te laten werken. De lat ligt hoog voor onze leerlingen, maar hij ligt nog hoger voor de docenten.

Eigenlijk is het vreemd dat het onderwerp “gedrag” zo gevoelig ligt. Het lijkt wel alsof structuur bieden en grenzen stellen niet meer van deze tijd zijn. Terwijl de Nederlandse klassen behoren tot de minst ordelijke ter wereld. Een kind heeft recht op weerstand. Je hebt de plicht om als ouder/ docent/ opvoeder grenzen te stellen en de kinderen zelfbeheersing aan te leren.

De basisvoorwaarde voor goede lessen is goed gedrag van de leerlingen. Misschien ben je nog niet bekend met hoe ons werkgeheugen werkt en de beperkingen ervan. Dit is iets waar je als docent echt van op de hoogte moet zijn. Je werkgeheugen is eigenlijk je bewustzijn, hetgeen waar je op dat moment aan denkt. Je kunt ongeveer 5 items in je werkgeheugen hebben (cijfers variëren, sommige zeggen 3, anderen tot 7, hoe dan ook… het is beperkt, m.n. voor nieuwe informatie). Te veel informatie zorgt voor overbelasting en dan stopt het leren. Dit stukje komt wellicht terug in een blog over onze lessen, maar… het is iets waar je als docent ook onderhevig aan bent.

Het is onmogelijk een goede les te geven wanneer je keer op keer kleine ordeverstoringen moet corrigeren. Je kunt niet multitasken, dus wanneer je bezig bent met het aanspreken en corrigeren van leerlingen die je les verstoren, kun je niet nadenken over welke verdiepingsvraag je gaat stellen. Je kunt niet nadenken over welke misconceptie er is ontstaan bij leerling x en wat je volgende stap in het proces gaat zijn.
Multitasken bestaat niet, het enige wat je kunt doen is constant switchen van taak. Dat gaat niet enkel ten koste van tijd, maar ook van kwaliteit (de switching cost). Misschien heb je het gevoel dat je het allemaal wel kunt managen, wel, dan kan ik alleen maar zeggen dat ik er respect voor heb! Ik garandeer je echter, zonder al die verstoringen, zou je nog veel beter kunnen lesgeven en zoals de titel van het blog ook luidt: “Elke leerling heeft recht op het béste onderwijs.”

Dat is dus al een belangrijke reden, waarom goed gedrag in de les zo belangrijk is. Een leerling heeft niet enkel het recht op het beste onderwijs, een docent heeft ook het recht om de beste lessen te kúnnen geven. Dat is niet iets waar een individuele docent verantwoordelijk voor moet zijn, dat is iets wat je als school moet uitdragen en een cultuur die je moet neerzetten. Wanneer een docent een klas niet in de hand kan houden, moet je niet in eerste instantie naar die docent kijken, wél naar de cultuur waarin het blijkbaar mogelijk is dat leerlingen zich zo misdragen.

In onze lessen kan een docent zich 100% focussen op hoe hij/ zij lesgeeft. Beginnende docenten krijgen vaak tips hoe ze de klas stil moeten krijgen en kunnen beginnen. Sommige slagen daar dan in, sommige niet en de rest van de les blijft rumoerig. Wie is daar het slachtoffer van? De leerling, die leert weinig en gedemotiveerd raakt en gedragsproblemen gaat vertonen. Wanneer leerlingen het gevoel hebben dat ze leren en de stof beheersen, motiveert dat altijd. Élk kind wil leren, zelfs die drukke, vervelende, onbeschofte, irritante, … Goede lessen kunnen geven is dus de basis, want het motiveert je leerlingen, je krijgt minder gedragsproblemen, waardoor ze beter leren en gemotiveerder raken en ….

Wanneer je bij ons door de gang loopt, hoor je docenten uitleggen, leerlingen klassikaal antwoorden, je ziet wisbordjes, je ziet ze in stilte werken, je ziet ze overleggen, …
Wat je niet ziet (hoort), zijn docenten die om aandacht vragen of de klas stil proberen krijgen. Je hoort een docent niet zeggen “Dit is je laatste waarschuwing”, “Wil je nu even stil zijn”, “Ik zei toch dat je je spullen moest pakken?” Niks van dat.

De hoofdreden voor het neerzetten van deze cultuur is dus uiteraard wat ik hierboven omschrijf. De docent geeft goede lessen en de time on task is optimaal. Élke minuut van de les telt. Het klinkt misschien vervelend voor sommigen, maar in de lessen worden niet de voetbalwedstrijden van vorig weekend besproken. Wanneer je zo slordig omgaat met je lestijd, geef je ook het signaal aan je leerlingen dat niet elke minuut telt en dan zullen ze uiteraard ook vaker proberen gezellig te kletsen en jou af te leiden.
Wanneer de cultuur zo is dat ook echt élke minuut telt, heb je dit niet. “Maar je moet toch ook een band met hen opbouwen?” Natuurlijk, na de les over koetjes en kalfjes praten, tijdens de les samen werken om het doel te bereiken, dát schept een band!

Maar, er zijn nog extraatjes die je krijgt wanneer je een goede cultuur neerzet. Het aantal burn-outs in het onderwijs is hoog. Dat heeft te maken met werkdruk, maar dat heeft ook zeker te maken met docenten die klassen niet meer in de hand kunnen houden. Je moet maar één moeilijke klas per week hebben en dit kan een stempel zetten op je hele werkweek. Dat is mentaal erg zwaar.

In een school die het gedrag op orde heeft, is het personeel gelukkiger en wordt er minder werkdruk ervaren, maar niet enkel dat, je vindt ook sneller nieuw personeel. Als jij als sollicitant kunt kiezen voor een school waar je voor de leeuwen (leeuwtjes) gegooid wordt of je kunt kiezen voor een school waar er rust is en je gewoon kunt lesgeven, dan zou ik het wel weten. Dat is niet alleen een voordeel voor ons, maar ook voor de leerlingen. Want als wij kunnen kiezen uit meerdere docenten die bij ons willen werken, kunnen we ook de beste docenten kiezen, zodat onze leerlingen weer de beste lessen krijgen. Ik gun het echter elke school hoor, maar ik heb liever dat de didactisch zwakke docenten die zich niet echt willen verdiepen, gaan werken op een school waar ze lekker kunnen coachen.

Nog een voordeel, wat we nu merken, is het aantal opvallende leerlingen. We hebben 167 leerlingen en er is 1 leerling die echt moeite heeft met het systeem. We bieden deze leerling uiteraard extra begeleiding, maar 1 leerling op 167 leerlingen? Dat is heel goed. We hebben leerlingen met een autismespectrumstoornis, we hebben leerlingen met ADHD, we hebben leerlingen die thuis weinig ondersteuning krijgen of weinig grenzen opgelegd krijgen… en ze doen het prima. Er zijn ook een aantal leerlingen waarbij we vanuit de basisschool te horen kregen dat ze niet in het regulier onderwijs zouden passen, of snel agressief worden (tegenwoordig heet dat vaak ‘een sterk rechtvaardigheidsgevoel hebben’). Deze leerlingen doen het gewoon goed, sommige zorgleerlingen zijn ook gestopt met extra begeleiding. Het is echt ontzettend mooi te zien hoe rust en structuur meer ruimte geeft aan de kinderen om zich te ontwikkelen.

Natuurlijk gaan sommige leerlingen af en toe de fout in, maar hoe we dat aanpakken, lees je in het volgende blog (de praktische kant). Ik kan je vast verklappen dat we hierbij werken met kleine, maar zeer consequente sancties en uiteraard belonen!!

In het volgende blogje zal ik dus de praktische kant van ons gedragssysteem (= beloningssysteem) bespreken. Ik denk dat veel mensen die het blog volgen dit graag willen weten. Het is echter heel belangrijk dat het gaat om het hele systeem. Ons gedragssysteem is waardeloos zonder goede lessen, zonder het beheersingsleren, zonder het formatieve werken, zonder het hebben van hoge verwachtingen, …. Het klikt in elkaar als een mooi bouwpakket en het versterkt elkaar. Haal je één aspect weg, dan verzwak je een ander deel.

Voor wie meer wil lezen over het neerzetten van een cultuur op school, verwijs ik je ook graag naar het rapport dat Tom Bennett geschreven heeft: “Creating a culture: How school leaders can optimise behaviour”.


Alle blogs in deze serie:

Een cultuur neerzetten op school (deel I)

Een cultuur neerzetten op school (Deel II)

Een cultuur neerzetten op school (Deel III): de praktische kant

De (on)zin van huiswerk

Vernieuwen/ verbeteren: “Hoe krijg je iedereen mee?”


Geschreven door Gert Verbrugghen. Het origineel blog vind u bij bestED4children